Na een rustig ontbijtje vaar ik af richting het eiland Hille. Het gaat loeihard voor de wind. Er staan flinke golven die breken op de vele rotsen. Aan de zuidoostkant van het eiland vind ik in de Hillesundet wat lij. Even bijkomen en de zeilen omlaag. Volgens de pilots is hier een gjestehavn. De steigers zien er niet direct als openbaar uit maar het water is te smal om voor anker te gaan. Ik pak een steiger en ga op zoek naar iemand om het aan te vragen. Niemand te zien. Dan maar blijven liggen en gaan wandelen. Na een heel mooie wandeling naar de top van de Garpeheia kom ik op de terugweg toch een inboorling tegen. En dan niet zo’n wilde maar één in een vrij klein uitgesneden bikini. Stom als ik ben vraag ik aan haar of dit een openbare steiger is. Ze gaat het binnen vragen bij familie. Nee, het is geen openbare steiger. Die zijn hier niet. Sufkop die ik ben! Gewoon niet vragen. Als ze je wegsturen is het vroeg genoeg. En dat doen ze meestal niet. Nou ja, als je het vraagt kun je ook niet dom blijven liggen denk ik. Dus vaar ik af en ga wat zuidelijker om de hoek van het eiland. Daar ligt de Hillevagen Naturhavn. Een héél mooie baai. Van de nood een deugd gemaakt want dit ligt hier heerlijk!
